Opmerking: In de ontkennende vorm vervangen we du, de la, des door de (of d'). Je ne veux pas de café. Ik wil geen koffie. Nous ne voulons pas de légumes. We willen geen groenten. Zo kom je verder... Heb je nog steeds moeite met 'Gedeeltelijke lidwoorden'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling! Heb je een tip om fouten te voorkomen met 'Gedeeltelijke lidwoorden'? Deel hem met ons! Schaaf je Frans bij en test Frantastique, de online Franse lessen.
article partitif Als er in het Nederlands geen lidwoord of geen getal staat voor het zelfstandig naamwoord, dan komt er in het Frans een delend lidwoord (du, de la, de l', des) vóór het zelfstandig naamwoord. 'Du' voor mannelijke woorden. 'De la' voor vrouwelijke woorden. 'De l'' voor woorden die beginnen met een klinker of 'een stomme -h'. 'Des' voor woorden die meervoud zijn. Ik drink wijn. Je bois du vin. Ik neem jam op mijn boterham. Je prends de la confiture sur ma tartine. Ik heb olijfolie gekocht. J'ai acheté de l'huile d'olive. Ik eet tomaten. Je mange des tomates. Na een ontkenning of na een woord dat een hoeveelheid aangeeft krijg je alleen 'de' of 'd'': Er is geen boter. Il n'y a pas de beurre. Ik drink geen water. Je ne bois pas d'eau. Ik wil graag 2 kilo aardappels. Je voudrais 2 kilos de pommes de terre. Ik wil graag een fles water. Je voudrais une bouteille d'eau. Na een telwoord gebruik je geen delend lidwoord of 'de/d'. Ik wil graag 2 stokbroden. Je voudrais 2 baguettes.
Je vous présente UNE compagne et amie que j'aime bien. (Ik stel jullie een partner en vriendin voor die ik graag mag. ) Idem voor bepaalde formules en uitdrukkingen en gezegdes: LES gravures et sculptures de ce Musée. (Etsen en sculpturen uit dit museum) Het delend lidwoord wordt gebruikt voor zelfstandig naamwoorden waarbij er in het Nederlands geen lidwoord staat: fruit, drank, brood, kaas, bier, wijn, water; en meervoudswoorden boeken, tafels, auto's. In het Frans is er namelijk WEL ALTIJD een lidwoord bij een zelfstandig naamwoord nodig. Zie voor meer voorbeelden HET DELEND LIDWOORD. DU = mannelijk woord met medeklinker: DU pain. (brood) DU sucre. DE LA = vrouwelijk woord met medeklinker: DE LA viande, de la crème. (vlees, room) DE L' = voor een vrouwelijk of mannelijk woord met klinker: DE L' alcool, de l'orge. (alcohol, gerst) DES = voor een mannelijk of vrouwelijk woord in het meervoud: DES fruits, DES boissons, DES des livres. (fruit/vruchten, drank/ drankjes, boeken) Onmeetbare getallen of hoeveelheden krijgen ook een delend lidwoord: Il est passé chercher DU maïs.